De moordenaars van München '72

Op de Olympische Spelen van 1972 in München worden elf Israëlische atleten vermoord door Palestijnse terroristen van de Zwarte September. Meteen daarna gaf premier Golda Meir de geheime dienst Mossad opdracht om de daders te vinden. Voor het eerst spreken leden van de Mossad in detail over Operatie Bajonet waarbij meer dan 25 Palestijnse terroristen worden vermoord. De film Munich van Steven Spielberg is gebaseerd op deze gebeurtenissen.

Tijdens de Olympische Spelen van 1972 dringen leden van de Zwarte September de kamers binnen van het Israëlisch Olympisch team. Twee van de elf atleten worden direct doodgeschoten. De andere negen worden na een mislukte bevrijdingsoperatie van de Duitse politie alsnog vermoord op het vliegveld van München.

Zes weken na de bloedige afloop wordt de eerste Palestijn van de Zwarte September in Rome vermoord. Kort daarop volgt een tweede afrekening in Parijs. Maar het hoofddoel van Operatie Bajonet is het elimineren van Ali Hassan Salameh. Hij is het brein achter de gijzelingsoperatie en een kroonprins binnen de PLO gelederen van Jasser Arafat.

Dat de Mossad ook kan falen blijkt als ze in Noorwegen een man vermoorden die voor Salameh wordt aangezien. De Mossad blameert zich, omdat de Noorse politie een aantal van hen oppakt en veroordeelt tot gevangenisstraffen.

Pas in 1979 wordt uiteindelijk Salameh uitgeschakeld. De Engelse Erika Chambers lukt het om in de buurt te komen van playboy Salameh in Beiroet. Zij brengt een autobom tot ontploffing die Salameh onmiddellijk doodt. Operatie Bajonet is met dit laatste slachtoffer tot een einde gebracht.