Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Giftige brandstof via Nederlandse havens naar Afrika

19-09-2016
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
232 keer bekeken
  •  
de-smerige-olieroute
Voor het eerst zijn harde bewijzen gepubliceerd waaruit blijkt dat internationale brandstofbedrijven op grote schaal giftige brandstof exporteren naar Afrika. Een groot deel daarvan wordt geproduceerd door bedrijven in het havengebied van Nederland en België, staat in het rapport Dirty Diesel van de Zwitserse ngo Public Eye .
Grondstoffenhandelaren als het Nederlandse Vitol en het Nederlands-Zwitserse Trafigura spelen een belangrijke rol in het verschepen van de vervuilde diesel. Zij mixen de grondstof met giftige stoffen, waardoor de kosten lager worden. Daarnaast leveren zij de brandstof en bezitten in soms ook de pompstations waar de brandstof wordt verkocht. Zo beheersen zij de hele keten.

Vuile stookolie
In ZEMBLA – De smerige olieroute van Dirk Bayens en Norbert Reintjens, bleek al dat Stookolie, de brandstof voor de scheepvaart, wordt bijgemengd met grote hoeveelheden giftig restafval. Het gaat om stoffen als kwik, zware metalen, fenol en benzeen, meestal afkomstig uit de petrochemische industrie. Dit zogenaamde restafval moet worden aangeboden aan een afvalverwerker. Maar dat kost geld. Voor de bedrijven die af willen van dat restafval is het veel lucratiever om die stoffen te dumpen in stookolie en als brandstof te verkopen aan de scheepvaart. Dit heeft grote gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. 

Benzine en diesel
Wat het rapport nu boven tafel brengt is dat de vervuilde brandstof wordt geëxporteerd naar landen waar de milieunormen lager liggen dan in westerse landen. De olie wordt veelal uit Afrikaanse landen gehaald. Olie van goede kwaliteit wordt dan gemixt met goedkope giftige mengstoffen en teruggebracht als een mindere kwaliteit benzine en diesel. De brandstof gaat onder meer naar Nigeria, Mali, Liberia, Senegal en Ghana.
Al eerder bekend
In 2009 bleek al dat oliehandelaar Trafigura een groot deel van het chemisch afval dat in 2006 in Ivoorkust werd gestort, aanvankelijk wilde versnijden in benzineproducten. Dat staat in interne documenten van het bedrijf, die in handen zijn van de Volkskrant. Trafigura ontkent het plan ooit te hebben gehad.

De in Nederland gevestigde grondstoffenhandelaar produceerde op het schip Probo Koala 528 kubieke meter afval bij het ontzwavelen van benzine.

Briefing
In een intern ‘briefing document’ stelt Trafigura dat het bedrijf de intentie had 278 kubieke meter van het afval te houden, om het te versnijden in brandstof. Het ging om het brandbaarste deel van de afvalstof dat ‘geschikt werd geacht voor blending’, aldus het document waarin Trafigura voor intern gebruik de feiten op een rij zet. Het stuk is geschreven in december 2006, bijna vier maanden na de dumping in Ivoorkust.

Door het versnijden zou dubbel aan de partij kunnen worden verdiend. De kosten van afvalverwerking konden worden bespaard en als ‘product’ zou het afval nog geld opleveren. Slechte brandstof kan onder meer worden verkocht in Afrika.

(Bron: NOS/ VK/ ZEMBLA)
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.