Het dopingtheater

De Nederlandse Anti-Dopingautoriteit heeft in 2006 slechts veertig sporters getest op het verboden dopingmiddel EPO. De Vlaamse zusterorganisatie deed in hetzelfde jaar zevenhonderd testen op deze zeer effectieve doping voor wielrenners, schaatsers en marathonlopers.

In de aflevering ‘Het Dopingtheater’ volgt ZEMBLA  de controleurs van de Doping Autoriteit bij onaangekondigde controles van sporters thuis en tijdens hun training. Verlopen die controles eerlijk? Zijn ze gemakkelijk te ontlopen? Waar wordt precies op getest en wat kunnen ze wel en niet opsporen? Met de komst van gen-doping lijkt de strijd voorgoed in het voordeel van de dopinggebruiker beslecht. Gentherapeut Hidde Haisma van de Universiteit van Groningen pleit daarom voor het gecontroleerd vrijgeven van doping.

In de strijd om records willen topsporters steeds beter, sneller en langer kunnen presteren en zoeken daarom regelmatig hun toevlucht tot doping. In 2006 werden 51 Nederlandse topsporters betrapt op het gebruik van doping. Om dit gebruik tegen te gaan, worden sporters gecontroleerd op verboden middelen en wordt er streng gestraft. Maar voor arts Berend Nikkels – begeleider van een aantal topsporters – is het duidelijk: ‘De Tour de France winnen zonder doping is niet meer mogelijk.’

Sporters zoeken vooral dopingmiddelen die niet op te sporen zijn. Met de komst van gendoping lijkt dit ideaal bereikt. Het kan gebruikt worden om spiergroei te stimuleren, om de pijngrens te verleggen of het uithoudingsvermogen te vergroten. Bovendien is het simpel te maken. Gentherapeut Hidde Haisma: ‘Iedereen die een half jaar stage bij mij heeft gelopen, kan het maken.’ Omdat de strijd tegen doping hiermee verloren lijkt, stelt Haisma voor om het systeem van controles af te schaffen en alleen te kijken naar wat veilig is voor de gezondheid van de sporter.